Laat de schoen een beetje wringen
Lessen die stroef verlopen, frustratie oproepen of veel fouten opleveren? Juist dát zijn vaak de lessen waarin het meeste geleerd wordt.

In plaats van een zeer recent onderzoek aan het voetlicht te brengen, hier een blog over een artikel dat de basis vormde van een van mijn stokpaardjes, namelijk dat leren en presteren twee hele verschillende dingen zijn (oeps, spoiler alert vergeten en de clue meteen weggegeven!).

Stel je voor: je geeft een les, de leerlingen lijken het meteen te snappen, de opdrachten worden vlot gemaakt en de sfeer zit goed. Een succes, toch?
Misschien niet.
Volgens Nicholas Soderstrom en Robert Bjork (2015) moeten we onderscheid maken tussen leren en presteren. En juist dat onderscheid is voor ons als leraren van groot belang, vooral omdat het vaak tegen onze intuïtie ingaat. Wat goed lijkt te gaan in de klas, leidt niet altijd tot duurzame leerresultaten. En omgekeerd, lessen waarbij leerlingen fouten maken en een beetje worstelen, kunnen op de lange termijn juist het meest effectief zijn. Let wel: Het gaat hier NIET om het geven van opdrachten waarvan je vooraf weet dat leerlingen ze verkeerd zullen maken. Dus geen productief mislukken (productive failure)!
Presteren verwijst naar wat leerlingen op dat moment laten zien: correcte antwoorden, vloeiend lezen, snel oplossen van sommen. Leren verwijst naar duurzame veranderingen in kennis of gedrag – datgene wat over weken of maanden nog steeds beschikbaar is in het lange-termijn geheugen, én ook toepasbaar is in nieuwe contexten. Het lastige is: wat leerlingen nu goed doen, zegt vaak weinig over wat ze over een week nog weten. En andersom: als het vandaag stroef gaat, betekent dat niet dat ze niets geleerd hebben. Sterker nog, juist dan gebeurt er vaak méér.

Een opvallend inzicht uit het artikel is dat omstandigheden die meer fouten opleveren tijdens de les, vaak leiden tot beter leren op lange termijn. Dat noemen wij ook wel het “wenselijke moeilijkheden” (desirable difficulties)-principe waar je iets ‘moeilijker’ maakt voor op de korte termijn om te zorgen dat ze het beter kunnen op de lange termijn. In de sport zegt men: No Pain, No Gain. Denk aan de trainer die de training moeilijker maakt voor de atleet (interval training, stadiontrappen oplopen 2 treden tegelijk of steeds sneller) om zuurstofopname, uithoudingsvermogen, beenspieren enzovoorts allemaal te verbeteren voor wanneer dit echt nodig is zoals in een wedstrijd.
Bij het leren kan je denken aan verspreid oefenen waarbij leerlingen oefenen een onderwerp met tussenpozen in plaats van alles in één blok. Of aan afwisselend oefenen (interleaving) waar in plaats van 20 dezelfde sommen op rij, wissel je tussen verschillende soorten opgaven. Of toetsen gebruiken als leermiddel, niet alleen als afsluiting maar als actieve leerstrategie. Al deze aanpakken leiden vaak tot meer mentale inspanning en ook meer fouten tijdens de les, maar zorgen ervoor dat het geleerde dieper verankerd raakt in het lange-termijn geheugen. Dat komt doordat leerlingen actief moeten nadenken, verbanden moeten leggen en voorkennis moeten activeren.
Uiteraard zijn dit niet altijd populaire strategieën. Leerlingen kunnen gefrustreerd raken als iets niet meteen lukt. En als leraar voel je je soms ongemakkelijk als je ziet dat een uitleg niet meteen resultaat oplevert. Toch is het belangrijk om te beseffen dat gemak en vlotheid tijdens de les geen garantie zijn voor leren. In tegendeel: als leerlingen in een flow zitten, kan dat soms juist betekenen dat ze te weinig worden uitgedaagd.
Soderstrom en Bjork wijzen er bovendien op dat leerlingen (en ook leraren!) hun eigen leerproces vaak verkeerd inschatten. Als iets soepel ging, denken we dat we het geleerd hebben. Als iets stroef ging, denken we dat het niet gelukt is. Dat klopt vaak niet. De mate van vloeiendheid is een slechte voorspeller van onthouden/retentie.
Wat betekent dit nu concreet voor de lespraktijk? Het vraagt om zowel lef als professionaliteit om lest te geven die op korte termijn minder effect sorteren, maar op lange termijn meer opleveren. Het vraagt ook om ruimte voor fouten en een cultuur waarin fouten gezien worden als waardevolle signalen van denkactiviteit. Toetsen worden dan geen eindstations, maar hulpmiddelen om te leren. Leerlingen worden actief gestimuleerd om na te denken, verbanden te leggen, zichzelf vragen te stellen en hun kennis te testen. En we stellen onze verwachtingen bij: niet elk lesuur hoeft er gesmeerd te lopen. Leren mag (moet?) een beetje wringen.
Als leraar wil je dat je lessen impact hebben – dat leerlingen onthouden, begrijpen en kunnen toepassen wat jij aanbiedt. Maar dat betekent soms dat je moet accepteren dat het in de les even niet soepel gaat. Een les waarin gepiekerd wordt, vergissingen worden gemaakt en vragen ontstaan, kan uiteindelijk veel méér opleveren dan een les waarin iedereen het ‘snapt’.
Dus: als het schuurt, wringt of vertraagt… juich het stilletjes toe.
Soderstrom, N. C., & Bjork, R. A. (2015). Learning versus Performance: An integrative review. Perspectives on Psychological Science, 10(2), 176–199.
Dit delen:
- Klik om te delen op X (Wordt in een nieuw venster geopend) X
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
- Klik om te delen op X (Wordt in een nieuw venster geopend) X
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn
- Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
- Klik om te delen op Mastodon (Wordt in een nieuw venster geopend) Mastodon