kirschner-ED

Het Medium is NIET de Boodschap


Als je een leerling (of een volwassenen of zelfs een docent) vraagt of het uitmaakt of je leest op papier of van een scherm is het antwoord waarschijnlijk: “Neen”. Toch laat een groeiende hoeveelheid onderzoek – waaronder een nauwgezette studie van Jensen, Roe en Blikstad-Balas (2024) – zien dat deze veronderstelling niet klopt. Sterker nog: lezen van een scherm is niet hetzelfde als lezen op papier. En dat verschil heeft gevolgen.

Laat ik meteen duidelijk zijn: dit is geen pleidooi voor de geur van boeken of een aanval op technologie. Ik ben geen Luddiet[1]. Het gaat hier om leren. En als we het leren van leerlingen serieus nemen, moeten we kritisch kijken naar wat de overstap van gedrukte tekst naar digitaal lezen betekent voor tekstbegrip, verwerking en bewustzijn en idem dito voor het toetsen met die verschillende media.

Het Onderzoek

Tien Noorse leerlingen uit het achtste leerjaar (ongeveer 13-14 jaar oud) lazen elk twee teksten: één op papier, één op scherm. De teksten kwamen uit de nationale leestoets en waren qua lengte en moeilijkheid gelijkwaardig. De onderzoekers keken niet alleen de prestaties van de leerlingen, maar ook hun oogbewegingen (via eye-tracking), hoe zij het leesproces ervaarden, en hun antwoorden in interviews.

Tien leerlingen lijkt misschien weinig – en dat is het ook – maar de rijkdom van de data maakt veel goed. Er werden meer dan 25.000 oogfixaties en bijna 10 uur aan gespreksdata geanalyseerd. De uitkomsten zijn onthullend.

En de resultaten? Leerlingen scoorden significant beter op de teksten die ze op papier lazen dan op die ze digitaal lazen. Van de 70 mogelijke te behalen punten werden er 55 behaald op papier, tegenover 44 op scherm. De effectgrootte (Cohen’s d=0.92) is aanzienlijk. Hoewel één leerling iets beter scoorde op het scherm en twee leerlingen even goed presteerden, was de algemene trend duidelijk: tekstbegrip lijdt onder schermgebruik. Dit sluit aan bij eerdere meta-analyses (zoals die van Delgado et al., 2018, en Clinton, 2019) die aantonen dat vooral bij langere of complexere teksten papier een voordeel oplevert.

Meer belasting, minder begrip

De oogbewegingsgegevens onthulden dat leerlingen aanzienlijk vaker terugbladerden of ‑scrollen wanneer ze op een scherm lazen. Meer ‘transities’ tussen tekst en vraag, maar met minder goed resultaat. In plaats van een teken van strategie, lijkt het eerder een poging om te compenseren voor een oppervlakkige eerste lezing.

En erger nog: de leerlingen hadden niet door dat ze dit deden. Tijdens het terugkijken van hun oogbewegingen waren ze zich nauwelijks bewust van hun leesgedrag. Dit ondersteunt wat bekend staat als de ‘metacognitieve-deficit-hypothese’ (Ackerman & Lauterman, 2012): leerlingen hebben minder inzicht in hun eigen leerproces bij schermlezen. Oftewel: ze lezen minder goed, en merken dat niet eens op.

Wat vinden leerlingen zelf?

De meeste leerlingen gaven aan geen verschil te merken tussen lezen op papier en op scherm. Sommigen gaven zelfs de voorkeur aan scherm, omdat het sneller of makkelijker zou zijn. Maar die voorkeur kwam niet overeen met hun prestaties. Sterker nog, sommige leerlingen die het scherm prettiger vonden, scoorden juist lager.

Een opvallende observatie was dat leerlingen zeiden wel dat ze zich “gehaaster” voelden bij schermlezen of minder overzicht hadden. En een aantal gaf aan sneller te ‘scrollen’ of ‘te scannen’ op het scherm, terwijl ze op papier rustiger en grondiger lazen.

Met andere woorden: hun beleving strookt niet met hun prestatie, en hun voorkeur zegt weinig over wat het beste is voor hun leren. Precies wat ik vaker heb aankaart: het gaat niet om wat leerlingen leuk vinden of denken dat werkt, maar om wat het leren daadwerkelijk ondersteunt.

Wat betekent dit?

Als leerlingen teksten minder goed begrijpen op een scherm, en zich dat niet realiseren, én we tegelijkertijd massaal overstappen op digitale leermiddelen en toetsen, dan hebben we een groot probleem. Toetsresultaten kunnen lager uitvallen – niet vanwege gebrek aan kennis, maar door het gebruikte medium. Dat is een serieus validiteitsprobleem. Voor leraren betekent dit dat digitaal lezen niet hetzelfde is als papieren lezen. Leerlingen moeten expliciet strategieën leren om digitaal effectief te lezen: hoe ga je om met scrollen, hoe bewaak je je begrip, hoe herlees je doelgericht?

Voor toetsontwikkelaars en beleidsmakers betekent het dat mediumeffecten niet genegeerd mogen worden. Als een leerling op papier bijna 6 van de 7 vragen goed beantwoordt, maar op het scherm slechts iets meer dan 4, is dat dan een eerlijk beeld van haar of zijn begrip?

En voor leerlingen zelf? Zij hebben recht op het weten van wat voor hen werkt. Dat vraagt om onderwijs dat hen niet alleen blootstelt aan beide media, maar hen ook leert om er effectief mee om te gaan.

Tot Slot

Lezen is niet alleen decoderen, het is betekenis construeren. En hoe we dat doen, hangt af van het medium. De papieren versus digitale discussie is geen nostalgisch debat (vroeger was alles beter en bladibla), maar een didactische realiteit die het leren in de kern raakt. Zoals deze studie overtuigend laat zien: het glimmen van een scherm is aantrekkelijk, maar voor diep leren is de saaie rust van papier voorlopig nog superieur.

Dus, de volgende keer dat iemand zegt: “Maakt toch niet uit, papier of scherm?”, dan weet jij beter.

Ackerman, R., & Lauterman, T. (2012). Taking reading comprehension exams on screen or on paper? A metacognitive analysis of learning texts under time pressure. Computers in Human Behavior, 28(5), 1816-1828. https://doi.org/10.1016/j.chb.2012.04.023

Clinton, V. (2019). Reading from paper compared to screens: A systematic review and meta-analysis. Journal of Research in Reading, 42(2), 288-325. https://doi.org/10.1111/1467-9817.12269

Delgado, P., & Salmerón, L. (2021). The inattentive on-screen reading: Reading medium affects attention and reading comprehension under time pressure. Learning and Instruction, 71, 101396. https://doi.org/10.1016/j.learninstruc.2020.101396

Jensen, R. E., Roe, A., & Blikstad-Balas, M. (2024). The smell of paper or the shine of a screen? Students’ reading comprehension, text processing, and attitudes when reading on paper and screen. Computers & Education, 219, 105107. https://doi.org/10.1016/j.compedu.2024.105107


[1] Een Luddiet is iemand die zich verzet tegen of sceptisch is over nieuwe technologie. De naam komt van Ned Ludd, een (waarschijnlijk fictieve) Engelse arbeider die eind 18e eeuw volgens de overlevering een breimachine kapot sloeg. Begin 19e eeuw noemde een groep textielarbeiders zich “Ludditen”; zij vernielden machines die hun banen in gevaar brachten. Tegenwoordig wordt de term algemener gebruikt voor mensen die niets hebben met moderne technologie.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp