kirschner-ED

Expliciete Instructie: Ook voor Kleuters

Ik denk dat ik langzamerhand niet meer hoef te zeggen dat ik een liefhebber ben van expliciete instructie, en dat voor mij goed onderwijs en expliciete instructie synoniem zijn. Ik hoop dat ik niet hoef uit te leggen dat expliciete instructie à la Barak Rosenshines Principles of instruction: Research-based strategies that all teachers should know en Surma’s c.s.Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek) niet hetzelfde is als klassikale hoorcolleges waarbij de docent de hele tijd iets vertelt en de kinderen alleen maar luisteren. Voor de mensen die hier niet zo bekend mee zijn – of voor de diehards die deze mythe blijven propageren – expliciete instructie is gebaseerd op onder andere de volgende tien principes:

  1. Begin je les met het ophalen van wat eerder is geleerd.
  2. Presenteer nieuwe leerstof in kleine, behapbare stappen.
  3. Stel veel vragen om het begrip te toetsen.
  4. Geef duidelijke voorbeelden en modelleer.
  5. Begeleid het oefenen van de leerstof.
  6. Controleer regelmatig of leerlingen het begrijpen.
  7. Zorg dat leerlingen succes ervaren tijdens het leren.
  8. Geef extra ondersteuning bij moeilijke taken (scaffolding).
  9. Laat leerlingen zelfstandig oefenen.
  10. Herhaal belangrijke leerstof dagelijks, wekelijks en maandelijks.

Een vaak gehoorde repliek hierop is dat dit misschien werkt bij oudere leerlingen, maar NIET bij jonge kinderen. Alsof hun brein zo anders is dat het heel anders moet. Ja, je moet je manier van aanbieden aanpassen aan hun leeftijd en ontwikkelingsfase (en voorkennis), maar de basisprincipes veranderen niet. Een jong kind heeft niet een ander ademhalingssysteem, spijsverteringssysteem of spier- en botstelsel dan een ouder kind of adolescent. Onze cognitieve architectuur is net als alle andere lichaamssystemen. Zie onder andere deze blog over oefentoetsing bij kleuters.

Amanda Grenell, Jasmine R. Ernst en Stephanie M. Carlson onderzochten of expliciete instructie of ontdekkend leren beter werkt bij zeer jonge kinderen, wanneer het ging om het drijven of zinken van objecten in water. Dit is een zeer complex onderwerp, gebaseerd op de principes van Archimedes. In hun artikel Preschool children’s science learning: instructional approaches and individual differences bespreken zij een studie die de effectiviteit van verschillende instructiebenaderingen voor het onderwijzen van kleuters over zinkende en drijvende objecten vergeleek, evenals de invloed van individuele verschillen op het leerproces.

In totaal deden 93 typisch ontwikkelende 4- en 5-jarigen mee, ongeveer gelijk verdeeld over geslacht (47% meisjes), die willekeurig werden toegewezen aan een conditie met expliciete instructie, ontdekkend leren, of geen instructie (controlegroep). Ontdekkend leren (OL) werd gedefinieerd als een didactiek waarbij “de doelinformatie door de leerling moet worden ontdekt binnen de grenzen van de taak en het materiaal” (Alfieri et al., 2011, p. 2). Expliciete instructie (EI) werd daarentegen gedefinieerd als een didactiek waarbij leerlingen expliciet de doelinformatie aangereikt krijgen. Kinderen in de OL-conditie kregen niet expliciet te horen dat het soort materiaal belangrijk is, maar kregen in plaats daarvan open vragen om hen te helpen dit zelf te ontdekken. Je zou dit zelfs kunnen classificeren als begeleid ontdekken (guided discovery) of begeleid spel (guided play). Kinderen in de EI-conditie kregen expliciet te horen dat het soort materiaal van belang is tijdens de lessen en demonstraties, waarbij de leraar expliciet de materialen noemde en uitlegde hoe de objecten hetzelfde of verschillend waren. In beide condities mochten de kinderen de objecten manipuleren. Het enige verschil was dus of de principes hen werden uitgelegd, of dat zij deze zelf moesten ontdekken.

Er werd een pre-posttest-ontwerp gebruikt om de verandering in kennis van kinderen over zinken en drijven te meten. Ook werden executieve functies en non-verbaal en verbaal IQ gemeten. Kinderen moesten aangeven of iets zonk of dreef, wat de definitie van zinken en drijven was, voorspellen of iets zou zinken of drijven, cartoons beoordelen die misconcepties over zinken en drijven weergaven, met ideeën komen over hoe iets dat zonk drijvend gemaakt kon worden en andersom, en toepassen wat ze hadden geleerd (bijvoorbeeld: Meneer Rups wil aan de overkant van een regenplasje komen. Welke objecten (een bol, een cilinder, een bord en een boot) zouden hem daarbij kunnen helpen?).

Kinderen in de EI-conditie leerden meer dan kinderen in de andere twee condities, zelfs als er rekening werd gehouden met hun verbale en non-verbale intelligentie, executieve functies, leeftijd en SES. Ten slotte had voorkennis een significant effect op het leren, vooral bij ontdekkend leren. Iedereen profiteerde van expliciete instructie, maar alleen leerlingen met veel voorkennis profiteerden van ontdekkend leren.

Tot slot:

Expliciete instructie is niet ouderwets, het is essentieel: geef les in kleine stappen, stel veel vragen en zie je leerlingen groeien, ongeacht hun leeftijd.

Of het nu kleuters of tieners zijn: duidelijke uitleg en gerichte begeleiding zorgen voor succes in elke klas!

ABSTRACT

Research Findings: Early science skills predict later science achievement, and persistent achievement gaps in science appear as early as preschool. The current study compared the effectiveness of different instructional approaches for teaching preschoolers about sinking and floating and examined individual differences in learning. Typically developing 4–5-year-olds (N = 93; 47% female) were randomly assigned to an Explicit Instruction, Discovery Learning, or No-Instruction Control condition. A pre-posttest design was used to measure change in children’s knowledge of sinking and floating using an assessment created for the current study. Participants also completed measures of executive function and non-verbal and verbal IQ. Children in the Explicit Instruction condition learned more than children in the other two groups. Additionally, individual differences in age, socioeconomic status, IQ, and executive function predicted learning, although only age and SES were uniquely predictive when all variables were included in the model. Lastly, children’s sinking and floating pretest scores significantly interacted with instructional condition to predict learning. Among children in the Discovery Learning condition, those with more prior knowledge gained more after instruction than children with less prior knowledge. Practice or Policy: These findings highlight the importance of considering how learner characteristics might influence the effectiveness of different instructional approaches.

CONCLUSION

The current study replicates and extends previous research. We found evidence that preschoolers learned more about sinking and floating from Explicit Instruction than a Discovery Learning or No- Instruction Control condition, controlling for age, verbal IQ, non-verbal IQ, SES, and EF. We also found that age and SES were unique, significant predictors of children’s learning across conditions. Additionally, our investigation of individual differences in the effectiveness of these instructional approaches points to the importance of children’s prior knowledge about the intervention topic. Among children in the Discovery Learning condition, those with higher pretest scores benefited more, whereas prior knowledge levels did not influence the degree of learning from Explicit Instruction. Further exploration revealed that individual differences in working memory could be playing a role, as among children with lower prior knowledge, those with greater working memory learned more than those with lower working memory skills. This research has implications for early science instruction, suggesting that blending explicit and discovery instructional approaches and taking children’s age, SES, prior knowledge, and working memory skills into account could help optimize learning outcomes.

Bronnen

Alfieri, L., Brooks, P. J., Aldrich, N. J., & Tenenbaum, H. R. (2011). Does discovery-based instruction enhance learning? Journal of Educational Psychology, 103(1), 1–18.

Grenell, A., Ernst, J. R., & Carlson, S. M. (2024). Preschool children’s science learning: Instructional approaches and individual differences. Early Education and Development, 1–29.

Rosenshine, B. (2012). Principles of instruction: Research-based strategies that all teachers should know. American Educator, 36(1), 12.

Surma, et al. (2019). Wijze lessen, 12 bouwstenen voor effectieve didactiek. Ten Brink Uitgevers.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp