kirschner-ED

Visueel lawaai

Loop je een willekeurige klaslokaal in het basisonderwijs binnen en zie je een gezellige kakafonie van alles en nog wat op de muren/plafond hangen en op tafels en kasten staan/liggen. Kaarten, cijferlijnen, vormen, kunstwerken en andere materialen overal.

Op zich heel gezellig voor zowel leerlingen en ouders maar hoe zit het met al dat drukte – laten wij ze taak-irrelevante prikkels noemen – als het gaat om aandacht, concentratie en leren? Aandacht besteden aan de les is een cruciale eerste stap naar leren. In een eerdere blog besprak ik de nadelige effecten van lawaai in de klas op het leren. Maar hoe zit het met visueel lawaai in de klas?

Eerst een beetje psychologie: Jonge kinderen worden snel en makkelijk afgeleid. Hun zogenoemde executieve functies, dat wil zeggen de regelfuncties (controlerende en aansturende functie) van hun hersenen zijn niet of nauwelijks ontwikkeld. Denk hier aan het kunnen: volhouden van aandacht, concentreren, negeren van irrelevante prikkels, vasthouden van informatie in het werkgeheugen, onthouden wat het doel is, enzovoorts. En het rare, bijna paradoxaal, is dat jonge leerlingen (bijv. in het bo) zitten vaak in leeromgevingen rijk aan potentiële bronnen van afleiding. Dit probleem wordt verergerd door het feit dat die leerlingen meestal het grootste deel van de dag – en dus van de instructie – in één klaslokaal ontvangen en niet in een gespecialiseerd klaslokaal voor elk vakgebied zoals gebruikelijk is op het vo. Daardoor worden leerlingen vaak blootgesteld aan grote hoeveelheden beeldmateriaal dat niet relevant is voor de lopende instructie[1]. Dergelijke omgevingen zijn beschreven als “visueel bombardement” (Bullard, 2010, p. 110) en een “kakofonie van beelden” (Tarr, 2004, p. 1).

Anna V. Fisher, Karrie E. Godwin en Howard Seltman van Carnegie Mellon University keken of klassikale displays van invloed waren op het vermogen van kinderen om de focus te behouden tijdens de instructie en om de lesinhoud te leren. Voor de studie werden 24 leerlingen in groep 1 en 2 in laboratoriumlokalen geplaatst voor zes inleidende lessen algemene natuurwetenschappen over onderwerpen waarmee ze niet bekend waren (wat is een insect, hoeveel leden en poten hebben ze…) en waren daarna getoetst over wat ze geleerd hadden.

Drie van de lessen werden gegeven in een rijk maar niet overdadig versierd klaslokaal (prikkelrijk) en drie in een schaars aangekleed klaslokaal (prikkelarm).

De resultaten toonden aan dat terwijl kinderen in beide klastypen leerden, ze meer leerden wanneer de kamer niet druk was ingericht. De resultaten lieten zien dat de leerlingen in de prikkelrijke omgeving veel meer afgeleid waren (ze letten niet op de leraar of wat op het bord gebeurde maar op de omgeving) dan in de prikkelarme omgeving. Wat betreft leren en onthouden, de juistheid van de antwoorden van de kinderen op de toetsvragen was hoger in het prikkelarme klaslokaal (55% correct) dan in het prikkelrijke klaslokaal (42% correct).

De onderzoekers waren ook geïnteresseerd om erachter te komen of de visuele displays werden verwijderd, of de aandacht van de kinderen zou verschuiven naar een andere afleiding, zoals praten met hun leeftijdsgenoten, en of de totale hoeveelheid tijd dat ze werden afgeleid hetzelfde zou blijven. Toen zij echter alle tijd optelden die kinderen buiten de taak (off-task) doorbrachten in beide soorten klaslokalen, was het percentage off-task gedrag hoger in het prikkelrijke klaslokaal (38,6% tijd besteed aan off-task) dan in het prikkelarme klaslokaal (28,4% tijd besteed aan off-task).

Maar…misschien wennen de kinderen aan zulke omgevingen? Nou, een onderzoek door Karrie E. Godwin, Audrey,Howard Seltman, Peter Scupelli, en Anna V. Fisher keken precies hiernaar. Het gaat over wat men ‘habituation’ (gewenning) noemt. Zij deden een longitudinale observatie van zes klasselokalen in het bo waar zij maten de aandachtspatronen in echte klaslokalen gedurende 15 weken om na te gaan of toenemende bekendheid met de inrichting van het klaslokaal de aandacht voor de visuele omgeving zou beïnvloeden. Er werd geen bewijs van gewenning gevonden! Met andere woorden de kinderen bleven minder leren in visueel drukke leeromgevingen.

Dit wetend over lawaai en visuele afleiding, denk aan hoe erg leerpleinen zijn!

Japanexperterna.se (https://www.flickr.com/photos/japanexperterna/15251188384 )

Bullard, J. (2010). Creating environments for learning: Birth to age eight. Prentice Hall.

Fisher, A. V., Godwin, K. E., & Seltman, H. (2014). Visual environment, attention allocation, and learning in young children: When too much of a good thing may be bad. Psychological Science, 25(7), 1362-1370. https://doi.org/10.1177/0956797614533801

Godwin, K. E., Leroux, A. J., Seltman, H., Scupelli, P., & Fisher, A. V. (2022). Effect of repeated exposure to the visual environment on young children’s attention. Cognitive Science, 46(2), e13093. https://doi.org/10.1111/cogs.13093

Tarr, P. (2004). Consider the walls. Young Children, 59(3), 1–5. http://ocw.umb.edu/early-education-development/echd-440-640-eec-language-and-literacy-course/learning-module-1/module-11/consider%20the%20walls.pdf


[1] Maria Montessori (1949) moedigde leerkrachten van jonge kinderen aan om schaars ingerichte klaslokalen te hebben!


Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp