kirschner-ED

Google it?

Stel: Iemand vraagt jou wat de hoofdstad van Zuid-Afrika is of welke pasta en spek je het beste kan gebruiken voor een pasta amatriciana of carbonara. Als je niet onmiddellijk het antwoord weet wat doe je dan? Ga je eerste proberen diep in je geheugen te graven om het antwoord te ‘vinden’ (je weet dat je het ooit wist maar…) en als dat niet lukt ga je het dan googelen OF geef je je over op het gemak, pak je meteen je telefoon en ga je het googelen? Ongeacht jouw antwoord hier rijst bij mij de vraag: Maakt het eigenlijk iets uit of je het ene of het andere doet?

Saskia Giebl en collega’s, inclusief Elizabeth en Robert Bjork, onderzochten deze vraag in het artikel ‘Thinking first versus Googling first: preferences and consequences’ [Eerst denken vs. eerst googelen: voorkeuren en gevolgen]. Omdat het internet het mogelijk maakt informatie die we nodig hebben op te zoeken waar en wanneer we het nodig hebben is het belangrijk te weten wat de mogelijke kosten en baten (kunnen) zijn van deze gemakkelijke oplossing. Een kostenpost, volgens hen, is als je gaat googelen voordat je het zelf probeert ter herinneren je jezelf berooft van de voordelen van het raadplegen van je lange-termijn geheugen (je ervaart de voordelen van retrieval practice niet). Recent onderzoek heeft namelijk laten zien dat als je probeert een antwoord te genereren vóór dat je blootgesteld wordt aan het antwoord, het toekomstige leren kan vergemakkelijken en versterken, zelfs als je in wezen moet raden of als het antwoord die je bedenkt fout is. Dit noemt men het pretesting[1]  effect [het vóórtoetseffect]. Toetsen vooraf kan het leren bevorderen omdat het zelf proberen om een mogelijk antwoord uit je geheugen te halen/genereren (a) activeert de reeds aanwezige kennis- en toepassingsschemata in jouw geheugen; (b) wekt jouw nieuwsgierigheid en belangstelling voor het antwoord (een soort arousal); (c) helpt bij de metacognitieve evaluatie (i.e., wat je weet van wat je weet) van wat je wel of niet weet over een bepaald onderwerp; of (d) maakt je beter vertrouwd met de aangeboden informatie zo dat je het beter kan organiseren in jouw lange termijn geheugen. Al deze mechanismen kunnen de verwerking verbeteren, waardoor de informatie uitgebreider en dieper wordt gecodeerd en dus beter onthouden wordt.

Maar het verzinnen van een zoekvraag en daarna googelen zou ook een positief effect kunnen hebben omdat je enerzijds moet nadenken over de googelvraag en dat stimuleert het denken waarna het googelen ruimte vrij zou kunnen komen in het werkgeheugen om beter te leren. Dit heet ‘cognitive offloading’ (het ontlasten van je werkgeheugen). Dit gebeurt ook als je potlood en papier gebruikt om een rekenvraag op te lossen i.p.v. te hoofdrekenen bijvoorbeeld.

Giebl c.s. onderzochten deze vraag in vier experimenten. Deelnemers kregen moeilijke en makkelijke algemene kennisvragen te beantwoorden. Een makkelijke vraag zou zijn: In welke sport gebruiken ze de termen goot, baan en kegel[2]?. Een moeilijke vraag zou zijn: Welke bergketen gaat dwars door Frankrijk en Zwitserland[3]?. Zij werden over vier groepen verdeeld. Eén groep werd gevraagd antwoorden te bedenken voordat ze het internet mochten raadplegen (denken-vóór-googelen). Een tweede groep mocht onmiddellijk naar antwoorden zoeken zonder vooraf een poging te wagen het antwoord te bedenken (meteen googelen). Een derde groep kreeg de vraag en het bijbehorende antwoord gelijktijdig te lezen (vraag en antwoord gepresenteerd). De laatste groep probeerde eerst de vraag te beantwoorden voordat het antwoord werd gegeven (denken-vóór-gepresenteerd-antwoord).

In het algemeen hielp eerst te denken vóór dat ze gingen googelen de deelnemers meer antwoorden op de vragen te onthouden bij een latere toets dan googelen-meteen. Wel was het zo dat er nauwelijks een effect was voor de makkelijke vragen maar een significant effect voor de moeilijke vragen. Gevraagd wat ze normaal doen als ze een vraag krijgen waar ze het antwoord niet weten, antwoordde 81% dat zij gewoonlijk meteen naar het antwoord zochten via Googel zonder eerst te denken. Er bleek dat er wel voordeel te halen was uit het googelen zowel vóór als na het proberen te bedenken van het juiste antwoord in tegenstelling tot het krijgen van vraag en antwoordt tegelijk. Het lijkt er dus op dat in zo’n situatie het googelen dankzij het bedenken van de zoekvraag kan functioneren als een generatieve activiteit met gunstige leereffecten. Tot slot, lieten de resultaten zien dat eerst (na)denken voor dat je gaat googelen tot beter leren leidt dan eerst denken en daarna het antwoord krijgen.

Al met al kunnen wij concluderen dat (1) het is beter om eerst na te denken…ongeacht of je daarna gaat googelen of gewoon een antwoord krijgt, (2) dit geldt in het bijzonder voor moeilijker vragen en (3) googelen meteen is beter dan vragen en antwoorden tegelijk krijgen.

In een eerder artikel (2020) onderzochten Giebl en collega’s ongeveer dezelfde vraag, maar met een andere populatie en andere onderwerp, namelijk programmeren. Er waren in dat onderzoek twee groepen. Beide kregen eerst een algemene tekst die enige relatie had met een taak die ze daarna moesten uitvoeren (Fase 1); dit waren meer fundamentele programmeerconcepten in de context van een probleemoplossende taak. Na deze eerste fase moest één groep eerst proberen het probleem op te lossen (wat virtueel onmogelijk was met de informatie uit Fase 1) en mochten daarna googelen in een speciaal voor dit onderzoek opgestelde database. De andere groep mocht meteen googelen. Op een latere meerkeuzetoets met zowel kennis- als transfervragen presteerden deelnemers die de taak probeerden uit te voeren voordat ze Google mochten raadpleegden beter dan deelnemers die meteen op Google mochten zoeken. Via een splitsing van de deelnemers achteraf gebaseerd op hun programmeervoorkennis, was het voordeel van het eerst proberen het probleem op te lossen significant groter bij deelnemers die een zekere mate van programmeerervaring hadden. Dit is in overeenstemming met het idee dat enige voorkennis studenten kan helpen nieuwe informatie beter te integreren. Dit komt zowel het leren van nieuwe als het bestendigen/versterken van eerder bestudeerde gerelateerde informatie ten goede.

Beide onderzoeken benadrukken het belang van terughaal- (retrieval) en generatieprocessen voor het leren. Nadenken vóór het googelen is een manier om het internet te gebruiken als kennisbron en tegelijkertijd ons eigen geheugen te verrijken en uit te breiden. Of zoals Robert en Elizabeth Bjork schreven in 2011:

…any time that you, as a learner, look up an answer or have somebody tell or show you something that you could instead, drawing on current cues and your past knowledge, generate yourself, you rob yourself of a powerful learning opportunity. (p. 61)

De auteurs eindigen hun artikel zo: “We kunnen en willen niet terug gaan naar een wereld waarin het internet geen hulpmiddel voor ons is. Sterker nog, de meesten van ons vinden dat we niet kunnen leven zonder. De huidige bevindingen suggereren een mogelijke manier waarop ons geheugen en het internet een symbiotische relatie met elkaar kunnen aangaan maar er moet nog veel meer geleerd worden over hoe we het beste kunnen leven met deze geweldige hulpbron.”

P.S. De beste pasta die je voor een pasta carbonara of een amatriciana is bucatini (een ruwe en holle pasta die de saus beter vasthoudt) en de vlees die je gebruikt heet guanciale (wangspek). Ook, Zuid-Afrika heeft eigenlijk drie hoofdsteden: Pretoria (uitvoerende macht), Kaapstad (wetgevende macht) en Bloemfontein (rechterlijke macht). Was je zelf op de antwoorden gekomen of heb je ze gegoogeld?

Bjork, E. L., & Bjork, R. A. (2011). Making things hard on yourself, but in a good way: Creating desirable difficulties to enhance learning. In M. A. Gernsbacher, R. W. Pew, L. M. Hough, & J. R. Pomerantz (Eds.), Psychology and the real world: Essays illustrating fundamental contributions to society (pp. 56–64). Worth Publishers.

Giebl, S., Mena, S., Sandberg, R., Bjork, E. L., & Bjork, R. A. (2022). Thinking first versus googling first: Preferences and consequences. Journal of Applied Research in Memory and Cognition. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/mac0000072

Giebl, S., Mena, S., Storm, B. C., Bjork, E. L., & Bjork, R. A. (2021). Answer first or google first? Using the internet in ways that enhance, not impair, one’s subsequent retention of needed information. Psychology Learning & Teaching, 20(1), 58–75. https://doi.org/10.1177/1475725720961593


[1] Ernst Rothkopf, de man die het begrip mathemagenic (lerenbarende) activiteiten lanceerde, deed veel onderzoek naar de effecten van het stellen van toegevoegde voor- en navragen in leerteksten (adjunct pre- and postquestions).

[2] Bowlen

[3] De Alpen

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp