De Bewijslast / Hitchen’s Razor

Kijkend op Twitter, of zoals de huidige mafkees die het bedrijf heeft gekocht X, naar berichten over het onderwijs meestal van mensen zonder kennis van of ervaring in het onderwijs moet ik steeds denken aan Hitchens’s razor. Specifiek ging het over een reTweet met commentaar van Carl Hendrick naar aanleiding van een Tweet van Hannah Frankman.

Dit razor (principe, beginsel) is een epistemologisch beginsel dat als algemene regel dient voor het afwijzen van bepaalde kennisclaims. Het woord “razor” (scheermes) in deze context verwijst naar een filosofisch principe of richtlijn die wordt gebruikt om redeneringen te vereenvoudigen of de geldigheid van beweringen te beoordelen. Zijn razor houd in dat “wat zonder bewijs kan worden beweerd, ook zonder bewijs kan worden verworpen.” Met andere woorden, het suggereert dat als iemand een bewering doet maar geen enkel bewijs of ondersteunende argumenten levert voor die bewering, er geen reden is om die bewering serieus te nemen of als geldig te beschouwen. Het impliceert dat de bewijslast met betrekking tot de waarheidsgetrouwheid van een claim ligt bij degene die de claim indient; Als niet aan deze last wordt voldaan, is de vordering ongegrond en hoeven de tegenstanders ervan niet verder te argumenteren om deze af te wijzen. Het razor is gemaakt door en vernoemd naar auteur en journalist Christopher Hitchens (1949-2011) die deze uitdrukking gebruikte specifiek in de context van het weerleggen van religieuze overtuigingen.
Hitchens schreef:
Het “bewijs” voor geloof lijkt het geloof er dus nog zwakker uit te laten zien dan wanneer het, alleen en niet ondersteund, helemaal alleen zou staan. Wat zonder bewijs kan worden beweerd, kan ook zonder bewijs worden verworpen. Dit geldt des te meer wanneer het “bewijs” dat uiteindelijk wordt aangeboden zo slordig en egoïstisch is.
(Hitchens, Christopher (6 April 2009). God Is Not Great: How Religion Poisons Everything (Kindle ed.). Twelve Books. p. 258)
Terug naar Carl zijn reTweet. Ik denk dat het beter is om onzin te negeren en (1) niet te denken dat het nodig is om zulke opmerkingen te pareren en (2) geef zulke onzin geen zuurstof. Of om het deftig te zeggen: Quod gratis asseritur, gratis negatur – de bewijslast ligt bij degene die iets beweert. Als die dat niet aanvaardt, kan zijn of haar bewering zonder bewijs worden afgewezen.