kirschner-ED

Tien stelregels: Wat we tot nu toe hebben geleerd over hoe kinderen leren lezen

Van Wikipedia Commons – Rechtenvrij

Dr. Reid Lyon, neuropsycholoog en expert op het gebied van leerproblemen, stelt dat in de afgelopen 50 jaar er veel onderzoek is gedaan naar hoe wij leren lezen. Hij verzamelde dat bewijs/ de inzichten van neurowetenschappers, psychologen, taalkundigen, spraakpathologen, onderwijzers en andere deskundigen. Hij heeft geprobeerd dit allemaal samen te vatten in gewone taal wat leidde tot deze tien stelregels.**

  1. Bijna alle kinderen leren op natuurlijke wijze spreken; lezen en schrijven moet worden aangeleerd.
  2. Geletterdheid begint bij de geboorte. Het is geworteld in vroege sociale interacties en ervaringen die regelmatige blootstelling aan mondelinge taal en drukwerk omvatten. Sterkere wortels zorgen voor sterkere lezers.
  3. Alle goede lezers zijn goede decoders. Decoderen moet aangeleerd worden tot kinderen nauwkeurig en zelfstandig nieuwe woorden kunnen lezen. Decoderen hangt af van fonemisch bewustzijn: het vermogen van een kind om individuele spraakklanken te identificeren. Decoderen is de opstap naar woordherkenning.
  4. Vlotte lezers kunnen de meeste woorden in een tekst onmiddellijk en nauwkeurig herkennen. Ze lezen met uitdrukking en in een tempo dat past bij hun leeftijd. Vlot lezen vereist begrip EN het ondersteunt begrip.
  5. Begrijpend lezen* – het doel van lezen – is gebaseerd op meerdere vaardigheden en sterke punten, waaronder een solide basis van woordenschat en achtergrondkennis.
  6. One size does not fit all: gebruik leerlinggegevens om je instructie te differentiëren.
  7. Directe, systematische instructie helpt leerlingen de vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om sterke lezers te worden. Indirecte instructie met drie keuzemogelijkheden heeft een onvoorspelbaar effect op het lezen van woorden en laat te veel aan het toeval over.
  8. Deze stelregels zijn van toepassing op Engels lerenden/mergent bilinguals, die vaak extra ondersteuning nodig hebben om hun mondelinge taal te versterken terwijl ze leren lezen en schrijven in een nieuwe taal.
  9. We moeten leerlingen ondersteunen die thuis andere talen of dialecten spreken dan het Algemeen Amerikaans Engels, door hun thuistaal te eren en door hen meer mogelijkheden te geven om zich met Algemeen Amerikaans Engelse teksten bezig te houden.
  10. Om goede lezers en schrijvers te worden, moeten leerlingen veel vaardigheden integreren die in de loop van de tijd worden opgebouwd.

    *Anna Bosman noemt dit ’tekstbegrip’

    **Dit stuk staat in het Engels hier op de site van de National Council on Teacher Quality (NCTQ) – De onderliggende wetenschappelijke basis van zijn stelregels zijn hier te vinden.

    Facebook
    Twitter
    LinkedIn
    Email
    WhatsApp