kirschner-ED

De eerste paar jaar als leraar zijn cruciaal voor hun vorming, de kwaliteit van hun lesgeven, en hun keuze om al dan niet leraar te blijven. Volgens de National Association of Secondary School Principals (NASSP) in de VS, verlaat “bijna de helft van de nieuwe leraren het klaslokaal in hun eerste vijf jaar, waaronder 9,5% in het eerste jaar alleen.” Volgens Chartered College of Teaching, heeft het Engelse ministerie van Onderwijs berekend dat 22% van de leraren in Engeland het beroep verlaat binnen hun eerste twee jaar van lesgeven, en die percentage stijgt tot 33% [cumulatief] in het vijfde jaar (Foster, 2019). In Nederland is het niet veel beter. Onderzoek van Noordzij en Van de Grift (2020) laat zien dat uitval van beginnende vo-docenten in het eerste jaar na hun afstuderen tegen de 20% ligt. En tot voorlopige slot, cijfers van DUO laten zien dat onder docenten die in 2017 zijn gestart de uitval na één jaar 22% bedraagt. Dit loopt op tot 25% na twee jaar en 27% na drie jaar. De uitval na één jaar is vrij stabiel volgens de DUO-gegevens, tussen 2013 en 2019 schommelt de uitval rond de 20%. Waar ligt dit aan?

Wij hebben allemaal ervaren dat je kan van alles kan hebben geleerd in je opleiding, maar in de klas is toch alles anders. Jan van Driel, Nico Verloop en Wobbe de Vos (1998) lieten zien dat het ‘echte’ leren over wat lesgeven inhoudt (zij noemden dat the acquisition of teachers’ craft knowledge; het verwerven van lerarenvakkennis) plaatsvindt na de opleiding in de school waar les wordt gegeven. Zij definieerden lerarenvakkennis als de “geïntegreerde kennis die de verzamelde wijsheid van leraren vertegenwoordigt met betrekking tot hun onderwijspraktijk. Aangezien deze kennis het handelen van leraren in de praktijk leidt, omvat het de kennis en overtuigingen van leraren met betrekking tot verschillende aspecten van het onderwijs, zoals de didactiek, de leerlingen, de leerstof en het curriculum” (p. 764).

Afhankelijk van waar een beginnende leraar terechtkomt, kunnen de eerste jaren aangenaam zijn en goed geolied lopen. Is dit het geval, dan is het een plaats waar zij kansen krijgen om als leraar te leren en te ontwikkelen en waar het lesgeven plezierig is. Die eerste jaren kunnen echter ook als een ware beproeving worden ervaren. Als dit het geval is, dan loopt een beginnende leraar het risico opgebrand en gekraakt te worden en uiteindelijk het beroep te verlaten. In de hoop een aantal van de problemen waarmee beginnende leraren worden geconfronteerd op te lossen, zijn sommige scholen begonnen met het aanbieden van “formele” introductieprogramma’s voor beginnende leraren. Helaas lijken dergelijke programma’s meer uitzondering dan regel.

Maar gelukkig is dit niet overal het geval. In Engeland, bijvoorbeeld, is de steun voor beginnende leraren op nationaal niveau geregeld. Hier wordt een goede introductie gezien als een recht (zij noemen dit een ‘entitlement’) en niet als een gunst. Daartoe hebben ze een Early Career Framework voor beginnende leraren gecreëerd, inclusief financiële middelen en gereserveerde tijd voor zowel beginnende leraren als hun mentoren.

The early career framework (ECF) sets out what early career teachers are entitled to learn about and learn how to do when they start their careers. It underpins a new entitlement for 2 years of professional development designed to help early career teachers develop their practice, knowledge and working habits.

Het raamwerk voorziet in een volledig gefinancierd (130 miljoen pond/circa 150 miljoen euro per jaar), 2‑jarig pakket van gestructureerde training en ondersteuning, gekoppeld aan het best beschikbare bewijs uit onderzoek. De ondersteuning omvat o.a. geld om leraren uit te roosteren, hoogwaardige gratis curricula en trainingsmaterialen, geld voor de training van mentoren van beginnende leraren en voor de begeleiding en ondersteuning die zij bieden. Maar helpen zulke formele introductieprogramma’s?

Volgens Wood en Stanulis (2009) is een formele lerarenintroductie een ‘veelzijdige proces van leren en ontwikkeling van beginnende leraren … bestaande uit mentorondersteuning en formatieve beoordeling’ (p. 3). Zulke programma’s omvatten: verlaagde onderwijsbelasting, extra planningstijd, extra professionele ontwikkeling of training, ingeroosterde lesvrije tijd om aan deze activiteiten deel te nemen, mogelijkheden om ervaren leraren te observeren, het krijgen van niet-evaluatieve observatie en feedback door zowel andere leraren als de schoolleiding, en mentoring door ervaren collega’s. Dergelijke uitgebreide formele introductieprogramma’s leveren aantoonbaar positieve resultaten op voor beginnende leraren, waaronder minder uitstroom, verbeterde instructiekwaliteit en hogere leerlingprestaties.

Jeffrey Keese en collega’s voerden een meta-analyse uit over de effecten van geformaliseerde introductie- en mentorprogramma’s op het behoud van leraren voor het beroep, leraareffectiviteit en de prestaties van hun leerlingen. Over het algemeen vonden ze positieve resultaten in termen van lerarenbehoud, de zelfeffectiviteit (self-efficacy) van leraren, hun werkplezier en hun mening over de effectiviteit van hun instructie. Wat betreft de invloed van deze programma’s op de leerlingen, vonden ze positieve effecten op de leerlingprestaties. Kortom: minder uitval, meer tevredenheid en beter leren!

De eerste jaren als docent zou je ‘make-or-break’ jaren kunnen noemen. Gooi ze in het diepe en is de kans groot dat zij verzuipen. Geef je ze de ondersteuning die ze nodig hebben en worden zij topzwemmers.

Referenties

Keese, J., Thompson, C. G., Waxman, H. C., McIntush, K., & Svajda-Hardy, M. (2023). A worthwhile endeavor? A meta-analysis of research on formalized novice teacher induction programs. Educational Research Review, 38, 100505

Noordzij, T., & van de Grift, W. (2020). Attrition of certified teachers in secondary education during the induction phase. Pedagogische Studiën, 96-107.

Van Driel, J. H., Verloop, N., & de Vos, W. (1998). Developing science teachers’ pedagogical content knowledge. Journal of Research in Science Teaching, 35, 673-695.

Wood, A. L., & Stanulis, R. N. (2009). Quality teacher induction: “Fourth-wave” (1997–2006) induction programs. The New Educator, 5, 1–23.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp