kirschner-ED

CvtE zakt voor examen wis- en natuurkunde

Paul Kirschner en Ton van Haperen

Er is iets merkwaardigs aan de hand met de vwo cijfers wiskunde en natuurkunde op het Centrale Eindexamen (CE). Terwijl de afgelopen 30 jaar de examencijfers nagenoeg gelijk bleven of zelfs licht stegen, daalden de PISA scores. Een recent onderzoek van McKinsey & Company (Toetsen Getoetst) laat zien dat het dalende inhoudelijke niveau van de CE’s wiskunde en natuurkunde een meer dan plausibele verklaring voor deze paradoxale beweging is.

Wiskunde en natuurkunde zijn onmisbaar in veel wetenschappen en professionele beroepen. Van ingenieur tot lucht- en ruimtevaart technicus tot astrofysicus is een gedegen ondergrond daarin onmisbaar. Ook wat betreft de Nederlandse economische en wetenschappelijke concurrentiepositie is het noodzakelijk dat onze afgestudeerden even goed zo niet beter zijn dan die van de ons omliggende landen, niet te spreken van die van Japan of China. Dit betekent dat de kennis die onze leerlingen moeten hebben van wis- en natuurkunde op het moment dat zij beginnen aan een vervolgstudie als ingenieur of wetenschapper op niveau moet zijn.

En is dat wel het geval? Als we kijken naar de resultaten van onze leerlingen op hun eindexamens Wiskunde en Natuurkunde over de laatste 30 jaar zien wij dat er nauwelijks verandering is in de behaalde resultaten, en als er een verandering geconstateerd wordt is het in een licht positieve richting.

Verder, steeds meer leerlingen gaan door naar het hoger onderwijs (55% meer in vergelijking met 1990) en het aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking is met >40% is toegenomen. Wij hebben, dus, ruimschoots de doelen van het Lissabon-akkoord (2007) bereikt. Maar is er reden de vlag uit te hangen?

Daar lijkt het niet op. Eerst, deze positieve bevindingen zijn niet echt te rijmen met de Staat van het Onderwijs, zoals in 2022 gepubliceerd door de onderwijsinspectie. Daaruit blijkt dat bijna een kwart van de leerlingen die van school afkomt laaggeletterd is en bijna 50% laaggecijferd. Deze groep kan een bijsluiter van een geneesmiddel, een brief van de overheid, een gebruiksaanwijzing van een machine enzovoorts niet begrijpend lezen. Een inflatiecijfer en het reële effect daarvan op de loonstrook beoordelen is eveneens moeilijk. Wat ook geldt voor de bepaling van de juiste dosis van een in te nemen medicijn. Daarnaast, is het zo dat volgens de TU Delft een ‘7’ voor Wiskunde B in 1987 een redelijke garantie gaf op succesvol afstuderen binnen de tijd die daarvoor staat. In 2010 is dit niet meer het geval. Momenteel raadt deze TU potentiële studenten met een lagere score dan een 7 voor Wiskunde B niet te komen studeren! Ook een studie van de Universiteit Maastricht laat zien dat NL 1e-jaars studenten lager scoren op een instaptoets (3TU2005) dan internationale studiegenoten.

Kortom, op basis van gevalideerde (inter)nationale datasets zoals PISA zien wij dat het niveau van Wiskunde en Natuurkunde in de afgelopen 15-20 jaar daalt. Een voorbeeld hiervan is dat in die periode, 20-25% minder leerlingen de kwalificatie ‘sterk’ kregen en 2X zoveel de kwalificatie ‘zwak’.

PISA

TIMMS

Een voor de hand liggende constatering bij deze achteruitgang naast de gelijkblijvende CE scores is; terwijl het niveau van de ijktoetsen (3TU2005, PISA) constant is gebleven is het niveau van het CE lager geworden. De examens zijn makkelijker geworden. Een net gepubliceerd onderzoek van McKinsey laat zien dat dit het geval is. In de vakken wiskunde A, wiskunde B en natuurkunde is het aantal getoetste onderwerpen incidenteel zelfs met 50% gedaald, het aantal makkelijke vragen is bovendien gestegen, waarna de behaalde score in waarde daalt. Een acht voor een examen nu stelt vakinhoudelijk veel minder voor dan een acht dertig jaar terug. Feitelijk zegt McKinsey; het College voor Toetsing en Examens (CvtE) zakt voor het kwaliteitsexamen.

Kan je het CE hiervoor helemaal de schuld voor de daling geven? Het antwoord is: ja en nee. Ja, omdat het rapport laat zien dat het niveau van de eindexamens over de jaren werkelijk is gedaald. Nee, omdat je kan ook stellen dat externe krachten zoals veranderende examenprogramma’s, curriculumhervormingen, stelselherzieningen, grillen van ministers en staatssecretarissen, enzovoorts de schuld delen. Als dat het geval is, dan is het misschien nog erger!

Als het onderzoek van McKinsey klopt, en na lezing zijn wij beiden ervan overtuigd dat dit het geval is, is er gegronde reden om bezorgd te zijn. Waarna de fundamentele vraag volgt; hoe verder? Het is allereerst aan het CvtE om met een inhoudelijke, en dus niet een procedurele, reactie te komen. Maar als die reactie onbevredigend is, moet het centraal examen voor deze vakken op de schop. Het is in dat geval aan de minister om een inhoudelijk verandertraject voor wiskunde- en natuurkunde op het vwo uit te zetten. Sterker, het is zijn grondwettelijke plicht.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp