kirschner-ED

Ik zeg altijd dat onze cognitieve architectuur simpel is en dat dit geldt voor iedereen (bijzondere uitzonderingen daargelaten). Kort gezegd, wij hebben allen een sensorisch geheugen dat binnenkomende informatie (prikkels) waarneemt/behandelt, een werkgeheugen dat iets doet met de informatie die waargenomen wordt, en een langetermijngeheugen dat de verwerkte informatie opslaat. Hier een schematische weergave van onze cognitieve architectuur:

Gesimplificeerde afbeelding van onze cognitieve architectuur

Het zijn altijd dezelfde mensen met dezelfde argumenten die zich fel keren tegentegen het idee dat onze hersens eender ‘gebouwd’ zijn. Ook gebruiken ze altijd gelijksoortige argumenten, zoals

  • “dus jij denkt dat iedereen hetzelfde is!”,
  • “dus je zegt dat iedereen hetzelfde leert!” en/of
  • “dus je meent dat iedereen op dezelfde manier les moet krijgen!”

Ik zou vele woorden kunnen gebruiken om dit allemaal te weerspreken, maar kies hier voor een simpele analogie.

Onze anatomie als mensen geldt voor iedereen (wederom – net als bij de cognitieve architectuur – bijzondere uitzonderingen daargelaten). Onze bloedsomloop (hart naar longen, naar hart, naar slagaders, naar haarvaten, naar aders, naar hart) is hetzelfde. Ons skelet (soorten botten, gewrichten en kraakbeen) en de soorten spieren die wij hebben – en waar die zitten in onze lichaam – (dwarsgestreepte skeletspieren, gladde spieren en hartspier) verschillen niet. Wij hebben allemaal hersenen, milten, longen, harten, nieren, blinde darmen, magen, darmen, en ga zo maar door. Ook hebben we allen twee ogen, twee oren, een neus, een nek, een romp, armen, handen, vingers, benen, voeten en tenen. Ik stop hier, behalve om nog even op te merken dat vrouwen en mannen (geslachtstechnisch gezien) natuurlijk een paar organen enzovoorts hebben die van elkaar verschillen. Misschien heb ik het verkeerd, maar ik denk niet dat iemand hier iets tegenin zou brengen.

Gesimplificeerde afbeelding van onze bloedsomloop
Gesimplificeerde afbeelding van ons skelet

Als ik zeg dat de anatomie van mensen onderling hetzelfde is, betekent dit dan dat ik zeg dat iedereen hetzelfde is, dat mensen niet van elkaar verschillen op allerlei manieren? Betekent dit dat ik zeg dat iedereen hetzelfde functioneert, even sterk is, even snel loopt en even gezond is? Betekent dit dat ik zeg dat iedereen dezelfde trainingsschema’s of diëten zou moeten volgen? Natuurlijk niet.

Ik hoop dat iedereen ziet dat het onzin is om te zeggen dat, als onze lichamelijke architectuur in wezen gelijk is voor alle mensen, dit zou betekenen dat alle mensen hetzelfde zijn en dat mensen niet verschillen en niet verschillend behandeld moeten worden.

Waarom zou dit dan wel het geval zijn als ik of collega’s beweren dat onze cognitieve architectuur in wezen gelijk is voor alle mensen? Waarom worden mensen dan opeens emotioneel en roepen ze dat dit absoluut niet het geval is en dat we allemaal uniek zijn op onze eigen manier, met de bovengenoemde stromanargumenten en voorbeelden om hun punt te maken?  

Uit geloof, overtuigingen, filosofie? Denk ik wel. Uit wetenschappelijk bewijs? Denk ik niet.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp