kirschner-ED

 

Excellentie,

Mag ik u eerst bedanken dat u aandacht besteedt aan de verengelsing van het onderwijs. Onder meer met het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid, dat u onlangs naar de Tweede Kamer hebt gestuurd. Ik heb uit uw eigen woorden en de nieuwsberichten begrepen dat u hiervoor een aantal redenen hebt en op twee punten ben ik het roerend met u eens. Maar tegen één element uit uw wetsvoorstel heb ik bezwaar.

Eerst de punten waar we het eens zijn. U wilt dat de uitdrukkingsvaardigheid van studenten in het Nederlands bevorderd wordt. Ik citeer Folia van 6 september j.l.:

Daarnaast wil Van Engelshoven meer aandacht voor het Nederlands. Nu staat in de wet dat universiteiten de ‘uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands’ moeten bevorderen bij Nederlandstalige studenten, maar dat wordt uitgebreid tot alle studenten. Dat betekent dat universiteiten buitenlandse studenten ook beter Nederlands moeten bijbrengen. ‘Daarmee wordt de binding van studenten met de (regionale) samenleving en arbeidsmarkt vergroot en de ontwikkeling van Nederlands als academische taal verstevigd.’

Ik ben het hier met u eens voor twee redenen. Ten eerste, de meeste afgestudeerde Nederlandse studenten zullen zeer waarschijnlijk een baan in Nederland zoeken en krijgen en zullen dan hoofdzakelijk met hun collega’s en vakgenoten communiceren – zowel mondeling als schriftelijk – in het Nederlands, ook al is de lingua franca van het studiegebied Engels. Ten tweede, als men wilt dat buitenlandse studenten meer binding met Nederland krijgen (en misschien zelfs kiezen om hier te blijven na hun afstuderen) is het ontzettend belangrijk on Nederlands te leren. Als expat met Engels als moedertaal en inmiddels al 25 jaar Nederlander, heb ik mijn best gedaan om Nederlands te leren omdat ik niet alleen hier wilde wonen, maar wilde in Nederland leven.

Ook geeft u gehoor aan de kritiek van politici en studentenvakbonden die vrezen dat universiteiten en hogescholen in Nederland minder toegankelijk zullen worden voor Nederlandse studenten door de groei van het aantal buitenlandse studenten die komen studeren in Nederland. Ook op dit punt ben ik het met u eens. Hoewel ik geen voorstaander ben van ‘Eigen volk eerst’ vind ik wel dat er geen onnodige belemmeringen moeten zijn voor Nederlandse studenten om in Nederland te studeren.

Maar het blijkt dat uw wetsvoorstel toestaat dat instellingen in het hoger onderwijs een substantieel deel van hun opleiding in het Engels aanbieden, indien zij kunnen aantonen dat dit van meerwaarde is voor de student. Ik vrees dat een dergelijke bepaling het grootste probleem met Engelstalig hoger onderwijs vertroebelt. Het doel van het hoger onderwijs – eigenlijk van al het onderwijs – is zorgen dat studenten goed leren. Dat betekent dat zij de nodige diep conceptuele kennis en vaardigheden verwerven en die kunnen toepassen in het verdere onderwijs en daarbuiten. En hier ligt het probleem.

Want gedegen onderzoek laat zien dat het leren van een vak in een taal die niet de eigen taal is het leren bemoeilijkt. Het leren gaat langzamer en er wordt minder inhoudelijk geleerd.

Onderzoek laat ook zien dat die negatieve effecten verergerd worden als degene die het onderwijs verzorgt een taal spreekt die niet zijn of haar moedertaal is. Gezien het feit dat de overgrote meerderheid van de docenten aan onze universiteiten en hogescholen nog steeds Nederlands als moedertaal heeft – en dat dit ook geldt voor de meerderheid van de studenten, resulteert het geven van onderwijs in het Engels in moeilijker en minder goed leren. Dit kan niet de bedoeling zijn!

Ik weet dat men zal zeggen dat de docenten het Engels redelijk beheersen, maar als academicus wiens moedertaal ooit Engels was kan ik u verzekeren dat dit niet het geval is. Na meer dan veertig jaar werkervaring aan verschillende universiteiten weet ik dat veel van mijn collega’s matig of zelfs slecht Engels spreken en vaak ook schrijven. Dit is bijna een garantie voor slecht onderwijs.

Excellentie: Natuurlijk is de lingua franca in veel, zo niet de meeste, wetenschapsgebieden Engels. Natuurlijk moeten studenten die in die vakgebieden (af)studeren in staat zijn om tekstboeken en wetenschappelijke artikelen in het Engels te lezen en dus is het vanzelfsprekend dat de boeken en syllabi die zij krijgen vaak Engelstalig zullen zijn. Natuurlijk moeten diezelfde studenten in staat zijn om zich zowel schriftelijk als mondeling uit te drukken: ze moeten Engelse artikelen en rapporten kunnen schrijven en voordrachten kunnen houden en betogen. En dus zullen zij vaak Engelstalige stukken moeten schrijven onderling in het Engels moeten discussiëren. Maar dit betekent echt niet dat het onderwijs – het overdragen van kennis en vaardigheden via colleges, werkgroepen, enzovoorts – ook in het Engels moet.

Zorg a.u.b. dat uw wet geen wassen neus wordt door sluiproutes te creëren waar universiteiten of studies redeneringen zoals “In dit domein is de lingua franca Engels dus moet het onderwijs in het Engels” opvoeren. Buiten de talen geldt voor bijna alle wetenschapsgebieden Engels de voertaal is! Maak geen mazen in uw wet waardoor uw wet aan zijn doel voorbijgaat!

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email
WhatsApp